zondag 28 juli 2019

Zondag



Toen duidelijk werd welke sloper bezig was om het leven van mijn moeder volledig binnenstebuiten te keren, heb ik dit bekend gemaakt in de kerk waar mijn ouders en ook ik al heel ons leven lid van zijn: die van het Apostolisch Genootschap (zie: ik ben apostolisch! ). Ik heb de aanwezigen uitgelegd waardoor het kwam dat mijn moeder soms zo moeilijk uit haar woorden kwam en waarom ze steeds vaker waarschijnlijk zelfs voor ons "onzinnig" zou kunnen reageren.

Natuurlijk had ik dit voor besproken met mijn moeder. Ze wilde graag dat ik de boodschap met de kerkelijke gemeente zou delen en nu zat ze aandachtig en met de haar gebruikelijke glimlach naar mij te luisteren. Niets wees erop dat ze zich opgelaten voelde of dat ze de boodschap vervelend vond. Het was ook niet uitgesloten dat ze hem nog maar nauwelijks begreep.

Zo lang als mogelijk was, hebben we geprobeerd om haar te betrekken bij de kerkdiensten.

Ook na haar opname haalde ik haar bijna iedere week op in het verpleeghuis. Mijn moeder liep toen al niet meer en ze vond de instap in een auto griezelig en daar verzette ze zich tegen. Dus liep ik achter de rolstoel naar ons kerkgebouw. Een wandeling van een kleine 20 minuten.

Als het regende ging het niet door: ze had ronduit een hekel aan het wandelen in de regen en dat liet ze dan merken ook.

Bijzonder was dat je voor mijn moeder alleen aanwezig was wanneer ze je ook echt zag. Het gebeurde daarom nogal eens dat ze zich, tijdens de wandeling, om de één of andere reden wat omkeerde en dan stomverbaasd merkte dat ik er ook was. Ik heb werkelijk geen idee hoe ze, in haar hoofd, bedacht dat ze in de rolstoel vooruit kwam. Misschien had ze niet eens in de gaten dat ze niet zelf liep.

De eredienst, daar kreeg ze waarschijnlijk niet veel meer van mee. Ze genoot echter van alle bekende gezichten en de liefdevolle aandacht die ze van iedereen kreeg. Tijdens de dienst zelf viel ze meestal in slaap. Als er werd gezongen door een koor of de gemeente, keek ze weer op en het leek mij dat ze dan genoot van de muziek: ze wiegde meestal zachtjes met haar hoofd mee op het ritme.

De avondmaalsviering heet in het Apostolisch Genootschap wat prozaïsch "de rondgang". Maar ook hier wordt brood en wijn gedeeld. Daar begreep mijn moeder helemaal niets meer van. Afgesproken werd dan ook dat er met haar even contact werd gezocht doordat haar beide handen werden vastgepakt en ze even in de ogen werd gekeken. Meestal gaf ze dan een kort lachje en kreeg ze nog een aai over haar wang.

We hebben dit tot ongeveer een jaar geleden vol kunnen houden. Toen werd duidelijk dat deze wekelijkse wandeling en het bijwonen van een eredienst in ons kerkgebouw voor mijn moeder te vermoeiend werd: gedurende de dienst en ook de verdere middag zakte ze weg in een diepe slaap.

Zo werd haar wereld opnieuw een heel stuk kleiner: de verpleegafdeling en het restaurant van het verpleeghuis.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het snoesje van de band

Mijn moeder is geboren in 1937 en, alhoewel ze Louise heette bleek die naam al snel te frivool voor nuchtere Amsterdammers. Het werd dus...